In de 14e eeuw waren de bezitters van De Werve ook in het bezit van de Loo. Gerrit Potter van der Loo is lid van een adelijke familie die sinds 1415 De Loo van de Graaf in leen hield.

Eind 16e eeuw verbleef de prinses van Chimay, Marie de Brimeu, regelmatig in het landhuis dat haar door de Staten Generaal ter beschikking was gesteld. Ze legde er een blomhof aan met tulpenbollen, kievietsbloemen en een Oranger limonier die Clusius kwam bewonderen.
De burgemeester van Leiden, Johan van Nes, werd in 1597 de eigenaar van zowel de Groote als de Kleine Loo, waarmee de grenzen van het landgoed liepen van de Bezuidenhoutseweg tot aan de Loolaan. Aan weerkanten van de Loolaan, in het Haagse gedeelte, waren eendenkooien. Het nuttigen van watervogels was populair in de 17e en 18e eeuw. In het nabijgelegen Reigersbergen verdwenen zelfs reigers in de pan. Van Nes bezat het recht zwanen te houden. Hij heeft ook meebetaald aan de komst van de Vliegermolen, die ervoor moest zorgen dat de grond rond De Loo begaanbaar bleef. Met de bouw van de Nieuwe Veenmolen was hij niet zo blij; de Loolaan had veel grote bomen, die de wind tegen konden houden die de molen liet draaien. Toen uiteindelijk besloten werd dat de bomen mochten blijven staan, is de molen er, met een behoorlijke vertraging, gekomen in 1654.
In de 17e eeuw werd de hofstede verfraaid; er kwam een nieuw huis, een grote tuin, een boomgaard, stallen, koetshuizen en een wildbaan.
De Loo omstreeks 1738
Willem IV kocht in 1748 de beide landgoederen. De tuinen werden verfraaid met doolhoven, vijvers met waterlelies en exotische vissen. In 1749 werd met de diergaarde (menagerie) gestart. Aanvankelijk waren er voornamelijk fazanten, maar later breidde Prinses Anna, de weduwe van Willem IV, de tuin steeds uit. Willem V ging er mee verder. Het merendeel van de dieren in de diergaarde was een relatiegeschenk voor de stadhouder en afkomstig uit Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Er waren apen, herten en veel exotische vogels, door de schepen van de VOC naar Europa gebracht. De directeur van de menagerie, Arnout Vosmaer, maakte dierenboekjes waarin de in de dierentuin verblijvende dieren werden beschreven. De boekjes waren geïllustreerd met tekeningen en etsen. De dieren werden zo veel mogelijk afgebeeld in hun natuurlijke omgeving. De kunstschilder Aart Schouman heeft behangschilderingen van de menagerie gemaakt, die nu in de eetzaal van Huis ten Bosch hangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten